Modeziektes?
Er zijn steeds meer kinderen en volwassenen met diagnoses als ADHD, autisme, burn-out en chronische vermoeidheid. Hoe komt dit toch? Is het omdat deze klachten en symptomen steeds meer gezien worden en erkend worden? Of wordt alles wat een beetje afwijkt van het ‘normale’ meteen voorzien van een stempel?
Zoals meestal ligt de waarheid ergens in het midden. Zo is er bijvoorbeeld meer aandacht voor de aanwezigheid van kenmerken van autisme bij meisjes en vrouwen. Er wordt meer gekeken naar de werksfeer, bedrijfscultuur, en verantwoordelijkheidsgevoel en de invloed daarvan op werkproblemen en ziekteverzuim.
We leven in een maatschappij waarbij alles ‘perfect’ moet zijn, dingen mogen niet mislukken, wijzelf mogen wel fouten maken maar daarvan moeten we wel leren. Kortom, tegenslag, pech en ongeluk horen voor veel mensen niet meer bij het leven. Dit maakt het extra moeilijk om hier mee om te gaan in het échte leven waar het wel degelijk erbij hoort.
Eigenlijk moeten we van de term diagnose af. De DSM-V, de bijbel van de psychiatrie, is dan ook een classificatie systeem. Het classificeert verschillen tussen mensen en tussen verschillende levensfase in termen van symptomen, signalen en kenmerken. We zitten allemaal op deze schalen waarbij we van het één een beetje hebben en van het ander een beetje veel. Het belangrijkste voor de mensen zelf en voor een mogelijke behandeling of niet is de hoeveelheid last (lijdensdruk) die iemand van zijn eigen gedrag, gevoelens of denken ervaart (of gevaar voor de omgeving). Dus niet zozeer of iemand met twee van de drie kenmerken in aanmerking komt voor de categorie autisme spectrum stoornis. Maar meer dat iemand problemen ervaart met het begrijpen van wat een ander precies bedoeld en daardoor zich buitengesloten en eenzaam voelt.
We mogen toe naar een beschrijving van hoe iemand op dit moment zijn leven ervaart en niet naar een stempel die voor ‘altijd’ aan iemand vast zit en waar mogelijk ook als excuus gebruikt wordt om dingen niet te veranderen. We mogen toe naar het kijken welk gedrag, omstandigheden en gedachtegang leiden naar de last die ervaren wordt. We kunnen energie stoppen in gedrag, omstandigheden of gedachten die we kunnen veranderen. Maar al wat niet te veranderen is, hebben we te aanvaarden.